DE TIJGER
De tijger (Panthera tigris) is een zoogdier dat tot de familie der katachtigen (Felidae) behoort, een van de vier 'grote katten' die tot het geslacht Panthera behoren. Tijgers zijn jagende roofdieren.De meeste tijgers wonen in het bos (waarvoor hun camouflagestrepen geschikt zijn) en in grasland. Van de grote katten zijn de tijger en de jaguar goede zwemmers; tijgers kunnen vaak badend in vijvers, meren en rivieren worden aangetroffen.Tijgers jagen solitair. Hun dieet bestaat voornamelijk uit middelgrote planteneters, vooral hoefdieren, maar als de omstandigheden dat voorschrijven, jagen ze ook op grotere prooien. Het is geen sociaal dier: de enige groepen bestaan uit moeder en welpen.De tijger is een bedreigde diersoort die verspreid over Azië voorkomt. De enorme teruggang in aantal moet worden toegeschreven aan het steeds verder oprukken van de mens. Veel rustige natuurgebieden zijn daardoor verloren gegaan, terwijl de tijger een groot leefgebied nodig heeft. Verder is steeds minder groot wild voorhanden. En bovendien is de tijger vanwege zijn fraaie huid al meedogenloos achtervolgd.Ook zijn botten worden gebruikt. Andere doelen zijn lichaamsdelen voor medicijnen.
Ondersoorten
Tegenwoordig leven er nog zes verschillende ondersoorten:Siberische tijger (P. t. altaica)
Noord-Indochinese tijger (P. t. amoyensis)
Chinese tijger (P. t. corbetti)
Sumatraanse tijger (P. t. sumatrae)
Bengaalse tijger (P. t. tigris)
Maleise tijger (P. t. jacksoni)
Drie ondersoorten zijn recent uitgestorven:Balinese tijger (P. t. balica) ("laatst gezien in 1937")
Javaanse tijger (P. t. sondaica) ("laatst gezien in 1972")
Kaspische tijger (P. t. virgata) ("laatst gezien in de jaren '50")
Er zijn nog veel geruchten dat de Javaanse tijger nog steeds voorkomt op Java. Tijdens de bosbranden van 1997 zouden er vier zijn gezien, maar dat is niet bevestigd.Er zijn ook enkele fossiele ondersoorten bekend.Deze indeling is op basis van uiterlijke en morfometrische kenmerken en verspreidingsgebied. Volgens DNA-onderzoek zijn de Kaspische tijger (P. t. virgata) en Javaanse tijger (P. t. sondaica) geen aparte ondersoorten. Volgens analyse van het mitochondriaal DNA van tijgers blijkt dat alle ondersoorten afstammen van een gemeenschappelijke voorouder die 72.000 tot 108.000 jaar geleden leefde. In 2006 werden de Sumatraanse en de Javaanse tijger (met de Balinese tijger als een ondersoort) tot aparte soorten verklaard op basis van sterke verschillen in de vorm en de verhoudingen van de schedel. Het is echter nog niet duidelijk of andere specialisten dit zullen volgen.
Gebrul en gehoor
Tijgers blijken infrageluid te produceren om rivalen uit hun territorium te verdrijven en om partners aan te trekken. Deze ontdekking, van Ed Walsh en een aantal collega's, uit Omaha (Nebraska) in 2003, verklaart wellicht hoe tijgers een groot territorium voor zichzelf in stand houden om te jagen. Tijgers produceren een veelheid aan geluiden, diep gebrul en gegrom, maar ook een schraapgeluid dat ze gebruiken om elkaar te begroeten. Een brul gevolgd door een grom wordt schijnbaar gebruikt om rivalen af te schrikken.Uit het onderzoek blijkt dat het geluid dat tijgers produceren veel lage frequenties bevat. Lage frequenties dragen in de buitenlucht veel verder dan hoge frequenties, zelfs in de dichte bosgebieden waar de tijgers leven. Men claimt, maar dit is volgens Walsh niet bewezen, dat het geluid tot 8 kilometer ver hoorbaar kan zijn.De meeste geluidsenergie wordt door tijgers gemaakt rond 300 Hz, met componenten daaronder tot zelfs onder 20 Hz. Dat de tijgers dit lage geluid ook zelf kunnen horen is door Walsh aangetoond. Hij bracht Siberische, Sumatraanse en Bengaalse tijgers onder narcose. Door het meten van de hersenactiviteit bleek dat tijgers het gevoeligst zijn voor geluid bij 500 Hz. (Bij mensen ligt de maximale gevoeligheid van het oor tussen 1000 en 2000 Hz).De onderzoekers willen nu proberen of er van het geluid van de tijgers in het wild een akoestische vingerafdruk gemaakt kan worden, waarmee individuele tijgers gevolgd kunnen worden. Dit zou zinvol zijn voor het tellen van deze bedreigde dieren in het wild. Dierenoppassers uit dierentuinen kunnen hun tijgers aan het geluid dat ze maken herkennen.
De tijger (Panthera tigris) is een zoogdier dat tot de familie der katachtigen (Felidae) behoort, een van de vier 'grote katten' die tot het geslacht Panthera behoren. Tijgers zijn jagende roofdieren.De meeste tijgers wonen in het bos (waarvoor hun camouflagestrepen geschikt zijn) en in grasland. Van de grote katten zijn de tijger en de jaguar goede zwemmers; tijgers kunnen vaak badend in vijvers, meren en rivieren worden aangetroffen.Tijgers jagen solitair. Hun dieet bestaat voornamelijk uit middelgrote planteneters, vooral hoefdieren, maar als de omstandigheden dat voorschrijven, jagen ze ook op grotere prooien. Het is geen sociaal dier: de enige groepen bestaan uit moeder en welpen.De tijger is een bedreigde diersoort die verspreid over Azië voorkomt. De enorme teruggang in aantal moet worden toegeschreven aan het steeds verder oprukken van de mens. Veel rustige natuurgebieden zijn daardoor verloren gegaan, terwijl de tijger een groot leefgebied nodig heeft. Verder is steeds minder groot wild voorhanden. En bovendien is de tijger vanwege zijn fraaie huid al meedogenloos achtervolgd.Ook zijn botten worden gebruikt. Andere doelen zijn lichaamsdelen voor medicijnen.
Ondersoorten
Tegenwoordig leven er nog zes verschillende ondersoorten:Siberische tijger (P. t. altaica)
Noord-Indochinese tijger (P. t. amoyensis)
Chinese tijger (P. t. corbetti)
Sumatraanse tijger (P. t. sumatrae)
Bengaalse tijger (P. t. tigris)
Maleise tijger (P. t. jacksoni)
Drie ondersoorten zijn recent uitgestorven:Balinese tijger (P. t. balica) ("laatst gezien in 1937")
Javaanse tijger (P. t. sondaica) ("laatst gezien in 1972")
Kaspische tijger (P. t. virgata) ("laatst gezien in de jaren '50")
Er zijn nog veel geruchten dat de Javaanse tijger nog steeds voorkomt op Java. Tijdens de bosbranden van 1997 zouden er vier zijn gezien, maar dat is niet bevestigd.Er zijn ook enkele fossiele ondersoorten bekend.Deze indeling is op basis van uiterlijke en morfometrische kenmerken en verspreidingsgebied. Volgens DNA-onderzoek zijn de Kaspische tijger (P. t. virgata) en Javaanse tijger (P. t. sondaica) geen aparte ondersoorten. Volgens analyse van het mitochondriaal DNA van tijgers blijkt dat alle ondersoorten afstammen van een gemeenschappelijke voorouder die 72.000 tot 108.000 jaar geleden leefde. In 2006 werden de Sumatraanse en de Javaanse tijger (met de Balinese tijger als een ondersoort) tot aparte soorten verklaard op basis van sterke verschillen in de vorm en de verhoudingen van de schedel. Het is echter nog niet duidelijk of andere specialisten dit zullen volgen.
Gebrul en gehoor
Tijgers blijken infrageluid te produceren om rivalen uit hun territorium te verdrijven en om partners aan te trekken. Deze ontdekking, van Ed Walsh en een aantal collega's, uit Omaha (Nebraska) in 2003, verklaart wellicht hoe tijgers een groot territorium voor zichzelf in stand houden om te jagen. Tijgers produceren een veelheid aan geluiden, diep gebrul en gegrom, maar ook een schraapgeluid dat ze gebruiken om elkaar te begroeten. Een brul gevolgd door een grom wordt schijnbaar gebruikt om rivalen af te schrikken.Uit het onderzoek blijkt dat het geluid dat tijgers produceren veel lage frequenties bevat. Lage frequenties dragen in de buitenlucht veel verder dan hoge frequenties, zelfs in de dichte bosgebieden waar de tijgers leven. Men claimt, maar dit is volgens Walsh niet bewezen, dat het geluid tot 8 kilometer ver hoorbaar kan zijn.De meeste geluidsenergie wordt door tijgers gemaakt rond 300 Hz, met componenten daaronder tot zelfs onder 20 Hz. Dat de tijgers dit lage geluid ook zelf kunnen horen is door Walsh aangetoond. Hij bracht Siberische, Sumatraanse en Bengaalse tijgers onder narcose. Door het meten van de hersenactiviteit bleek dat tijgers het gevoeligst zijn voor geluid bij 500 Hz. (Bij mensen ligt de maximale gevoeligheid van het oor tussen 1000 en 2000 Hz).De onderzoekers willen nu proberen of er van het geluid van de tijgers in het wild een akoestische vingerafdruk gemaakt kan worden, waarmee individuele tijgers gevolgd kunnen worden. Dit zou zinvol zijn voor het tellen van deze bedreigde dieren in het wild. Dierenoppassers uit dierentuinen kunnen hun tijgers aan het geluid dat ze maken herkennen.
De Javaanse tijger
De Javaanse tijger leefde op het eiland Java. Omdat hij alleen daar voorkwam, is hij uitgestorven.
Hij is het laatst gezien in de jaren 80.
Hij is het laatst gezien in de jaren 80.
De Kaspische tijger
De Kaspische tijger leefde rond de Kaspische zee en in Oost-Turkije. Dit was de tijgersoort die het dichtst bij Europa leefde. Hij is uitgestorven in de jaren 70.
De Balinese tijger
De Balinese tijger is de allerkleinste tijgersoort die geleefd heeft. Helaas kwam hij alleen voor op het Indonesische eiland Bali. Deze soort is in de jaren 40 uitgestorven door toeristen en bevolkingsgroei.
De sabeltandtijger is een uitgestorven diersoort. Het was een vleesetende katachtige. Aan de naam te zien zou je zeggen dat ze nauw verwant zouden zijn aan de tijgers, maar dat is niet het geval.
Smilodon fatalis of de sabeltandtijger, was iets kleiner dan een leeuw maar wat zwaarder gebouwd. Hij stierf 10.000 jaar geleden uit. Het dier had twee grote sikkelvormige slagtanden , sterk vergrote hoektanden in de bovenkaak, die ook bij gesloten bek naar buiten staken.
Hoe zagen ze eruit?
De sabeltandtijger was ongeveer anderhalve meter lang en had een korte staart. Het gewicht van de sabeltandtijger bedroeg zo'n 200 - 350 kilo. Deze diersoort heeft zijn naam vooral te danken aan de enorm lange hoektanden die soms wel 28 centimeter lang konden zijn. Een sabeltandtijger kon zijn bek heel ver openen. Men vermoedt van 90 tot zelfs wel 120 graden ver
Panthera athrox
De echte heerser van de tijd was blijkbaar de holenleeuw (Panthera atrox), een 10.000 jaar geleden uitgestorven verwant van de huidige leeuw die zo'n 3,5 meter lang was.
In het recentste Journal of Zoology leggen Julie Meachen-Samuels (National Evolutionary Synthesis Center in Durham, NC) en Wendy Binder (Loyola Marymount University in Los Angeles) uit waarom. Ze onderzochten alle fossielen en skeletten van zowel sabeltandtijgers als holenleeuwen. Bij de holenleeuwen waren de mannetjes veel groter dan de vrouwtjes. Bij smilodon waren ze even groot. Soorten waar de mannetjes veel groter zijn dan de vrouwtjes, zijn veel agressiever. Ze zijn zo geëvolueerd omdat ze moeten vechten voor de vrouwtjes.
Wat aten ze? Door die lange tanden joeg de sabeltandtijger op hele andere dieren dan de tijger die wij kennen. Een tijger jaagt voornamelijk op kleinere dieren. De sabeltandtijger joeg op grotere oerdieren, zoals mammoetjongen en wilde paarden. Omdat de grote hoektanden heel broos waren (er zijn veel fossielen gevonden met afgebroken hoektanden) zou de sabeltandtijger hiermee niet door botten heen kunnen bijten. Daarom vermoedt men dat de sabeltandtijger zijn prooi doodde door met zijn voorpoten de prooi tegen de grond te werpen en vervolgens met zijn slagtanden de halsslagader te doorboren. Hierdoor stierf zijn prooi heel snel.
Waar kwamen ze voor?
Er zijn op diverse plaatsen overblijfselen van sabeltandtijgers gevonden. Onder andere in Noord- en Zuid Amerika. Een enkele keer zijn er fossielen gevonden in Europa en Azië maar die zijn veel zeldzamer. De sabeltandtijgers leefden in groepen. Het jagen gebeurde ook in groepen.Wanneer zijn de sabeltandtijgers uitgestorven?Rond de zesde en laatste ijstijd zijn de sabeltandtijgers uitgestorven. Rond deze tijd zijn ook de mammoeten en andere grotere oerdieren uitgestorven. Men vermoedt daarom ook dat de sabeltandtijger rond deze tijd ophield met bestaan omdat het voornaamste voedsel van de sabeltandtijgers, de grotere oerdieren, tevens zijn uitgestorven.
Wanneer zijn de sabeltandtijgers uitgestorven?
Rond de zesde en laatste ijstijd zijn de sabeltandtijgers uitgestorven. Rond deze tijd zijn ook de mammoeten en andere grotere oerdieren uitgestorven. Men vermoedt daarom ook dat de sabeltandtijger rond deze tijd ophield met bestaan omdat het voornaamste voedsel van de sabeltandtijgers, de grotere oerdieren, tevens zijn uitgestorven. ZIE FOTO ONDER
Smilodon fatalis of de sabeltandtijger, was iets kleiner dan een leeuw maar wat zwaarder gebouwd. Hij stierf 10.000 jaar geleden uit. Het dier had twee grote sikkelvormige slagtanden , sterk vergrote hoektanden in de bovenkaak, die ook bij gesloten bek naar buiten staken.
Hoe zagen ze eruit?
De sabeltandtijger was ongeveer anderhalve meter lang en had een korte staart. Het gewicht van de sabeltandtijger bedroeg zo'n 200 - 350 kilo. Deze diersoort heeft zijn naam vooral te danken aan de enorm lange hoektanden die soms wel 28 centimeter lang konden zijn. Een sabeltandtijger kon zijn bek heel ver openen. Men vermoedt van 90 tot zelfs wel 120 graden ver
Panthera athrox
De echte heerser van de tijd was blijkbaar de holenleeuw (Panthera atrox), een 10.000 jaar geleden uitgestorven verwant van de huidige leeuw die zo'n 3,5 meter lang was.
In het recentste Journal of Zoology leggen Julie Meachen-Samuels (National Evolutionary Synthesis Center in Durham, NC) en Wendy Binder (Loyola Marymount University in Los Angeles) uit waarom. Ze onderzochten alle fossielen en skeletten van zowel sabeltandtijgers als holenleeuwen. Bij de holenleeuwen waren de mannetjes veel groter dan de vrouwtjes. Bij smilodon waren ze even groot. Soorten waar de mannetjes veel groter zijn dan de vrouwtjes, zijn veel agressiever. Ze zijn zo geëvolueerd omdat ze moeten vechten voor de vrouwtjes.
Wat aten ze? Door die lange tanden joeg de sabeltandtijger op hele andere dieren dan de tijger die wij kennen. Een tijger jaagt voornamelijk op kleinere dieren. De sabeltandtijger joeg op grotere oerdieren, zoals mammoetjongen en wilde paarden. Omdat de grote hoektanden heel broos waren (er zijn veel fossielen gevonden met afgebroken hoektanden) zou de sabeltandtijger hiermee niet door botten heen kunnen bijten. Daarom vermoedt men dat de sabeltandtijger zijn prooi doodde door met zijn voorpoten de prooi tegen de grond te werpen en vervolgens met zijn slagtanden de halsslagader te doorboren. Hierdoor stierf zijn prooi heel snel.
Waar kwamen ze voor?
Er zijn op diverse plaatsen overblijfselen van sabeltandtijgers gevonden. Onder andere in Noord- en Zuid Amerika. Een enkele keer zijn er fossielen gevonden in Europa en Azië maar die zijn veel zeldzamer. De sabeltandtijgers leefden in groepen. Het jagen gebeurde ook in groepen.Wanneer zijn de sabeltandtijgers uitgestorven?Rond de zesde en laatste ijstijd zijn de sabeltandtijgers uitgestorven. Rond deze tijd zijn ook de mammoeten en andere grotere oerdieren uitgestorven. Men vermoedt daarom ook dat de sabeltandtijger rond deze tijd ophield met bestaan omdat het voornaamste voedsel van de sabeltandtijgers, de grotere oerdieren, tevens zijn uitgestorven.
Wanneer zijn de sabeltandtijgers uitgestorven?
Rond de zesde en laatste ijstijd zijn de sabeltandtijgers uitgestorven. Rond deze tijd zijn ook de mammoeten en andere grotere oerdieren uitgestorven. Men vermoedt daarom ook dat de sabeltandtijger rond deze tijd ophield met bestaan omdat het voornaamste voedsel van de sabeltandtijgers, de grotere oerdieren, tevens zijn uitgestorven. ZIE FOTO ONDER
De draagtijd van deze katachtigen 103 tot 105 dagen. Meestal komen er twee of drie welpjes op de wereld. Een heel ontwenningsproces ondergaan de welpen om zich te wapenen tegen mogelijke vijanden. Deze ontwenning houdt in dat de moeder de welpen niet meer laat zogen, en ze zelfs op een afstand houdt, door haar tanden te ontbloten.
Wanneer de jonge tijgers zo'n 6 tot 12 weken oud zijn leren ze al hoe ze vlees moeten eten. De tijgerin gaat dan op jacht, en brengt de gedode prooi naar de jongen of ze zal, wanneer de 'maaltijd' niet te ver is, de jongen naar hun eten leiden. Wanneer de afstand echt te ver is, dan propt de tijgerin zich tot barstens toe vol, en braakt ze bij haar terugkeer half verteerde brokken terug uit voor haar welpen.
Wanneer de jonge tijgers zo'n 6 tot 12 weken oud zijn leren ze al hoe ze vlees moeten eten. De tijgerin gaat dan op jacht, en brengt de gedode prooi naar de jongen of ze zal, wanneer de 'maaltijd' niet te ver is, de jongen naar hun eten leiden. Wanneer de afstand echt te ver is, dan propt de tijgerin zich tot barstens toe vol, en braakt ze bij haar terugkeer half verteerde brokken terug uit voor haar welpen.
Tijgers leven solitair (alleen) en ieder heeft zijn eigen jachtterritorium. Op plaatsen waar meerdere territoria aan elkaar grenzen bewijzen krabsporen op omgevallen bomen dat tijgers daar gedurende korte perioden samen komen. Wanneer een vrouwtje bronstig is ziet men een koppel tijgers vaak enkele dagen samen optrekken en jagen. Jongen blijven tot het derde levensjaar bij de moeder en zo'n groepje jaagt gezamenlijk.
Afhankelijk van de hoeveelheid prooidieren in een bepaald gebied kan een jachtterritorium wel 100 vierkante kilometer groot zijn. Een tijger jaagt net als de huiskat; sluipend met de buik over de grond benadert hij de prooi zo dicht mogelijk, waarbij hij dekking zoekt van de bosjes of het hoge gras. Zijn gestreepte vacht is daarbij een mooie schutkleur. Met een enorme sprong (8 meter ver zonder aanloop!) bespringt hij zijn prooi, grijpt hem met tanden en klauwen vast en trekt hem tegen de grond. De tijger eet maar eens per drie dagen wanneer hij voldoende grote prooien kan vangen.
Afhankelijk van de hoeveelheid prooidieren in een bepaald gebied kan een jachtterritorium wel 100 vierkante kilometer groot zijn. Een tijger jaagt net als de huiskat; sluipend met de buik over de grond benadert hij de prooi zo dicht mogelijk, waarbij hij dekking zoekt van de bosjes of het hoge gras. Zijn gestreepte vacht is daarbij een mooie schutkleur. Met een enorme sprong (8 meter ver zonder aanloop!) bespringt hij zijn prooi, grijpt hem met tanden en klauwen vast en trekt hem tegen de grond. De tijger eet maar eens per drie dagen wanneer hij voldoende grote prooien kan vangen.
De tijger hoort voornamelijk thuis in Azië. In Azië is hij te vinden in dichte naaldbossen maar ook in de bamboewouden van China. Ze leven ook graag in de tropische oerwouden van Azië. De tijger stelt geen hoge eisen aan zijn leefomgeving als er maar genoeg water in de buurt is en dat er genoeg prooi is. In Rusland komen tijgers zo af en toe nog voor, maar niet veel meer. Maar ook in Zuid-Oost Siberië, het Amoergebied, Mandsjoerije en Korea
Tijgers zijn carnivoren, dat betekent dat het vleeseters zijn. De tijger houdt vooral van hoefdieren zoals: Antilopes, herten, wilde zwijnen, zebra's, gazelle's enz. De tijger houdt toch het meeste van Herten, wilde zwijnen en zebra's. Af en toe vinden ze apen ook wel lekker. Tijgers houden niet alleen van hoefdieren, kleinere dieren vinden ze ook lekker want kikkers, vogels en vissen zijn ook welkom bij de tijger. De tijger jaagt nooit overdag alleen 's nachts. Dat is slim van ze want tijgers kunnen geluidloos rondsluipen en daardoor heeft de prooi vaak niet door dat er een tijger op hem jaagt. Een tijger verstopt zich dan vaak achter bomen of achter een struik en wacht dan het goede moment af. Als het dan zover is springt hij achter de boom of struik vandaan en vangt zijn prooi. Tijgers jagen nooit op open velden want daar is de prooi hem te snel af. Ze vallen bijna nooit mensen aan, maar toch moet je altijd goed op je hoede zijn. Tijgers jagen ´s nachts door hun prooi te besluipen.
Tijgers blijken infrageluid te produceren om rivalen uit hun territorium te verdrijven en om partners aan te trekken. Deze ontdekking, van Ed Walsh en een aantal collega's, uit Omaha (Nebraska) in 2003, verklaart wellicht hoe tijgers een groot territorium voor zichzelf in stand houden om te jagen. Tijgers produceren een veelheid aan geluiden, diep gebrul en gegrom, maar ook een schraapgeluid dat ze gebruiken om elkaar te begroeten. En brul gevolgd door een grom wordt schijnbaar gebruikt om rivalen af te schrikken.
Uit het onderzoek blijkt dat het geluid dat tijgers produceren veel lage frequenties bevat. Lage frequenties dragen in de buitenlucht veel verder dan hoge frequenties, zelfs in de dichte bosgebieden waar de tijgers leven. Men claimt, maar dit is volgens Walsh niet bewezen, dat het geluid tot 8 kilometer ver hoorbaar kan zijn.
De meeste geluidsenergie wordt door tijgers gemaakt rond 300 Hz , met componenten daaronder tot zelfs onder 20 Hz. Dat de tijgers dit lage geluid ook zelf kunnen horen is door Walsh aangetoond. Hij bracht Siberische, Sumatraanse en Bengaalse tijgers onder narcose . Door het meten van de hersenactiviteit bleek dat tijgers het gevoeligst zijn voor geluid bij 500 Hz. (Bij mensen ligt de maximale gevoeligheid van het oor tussen 1000 en 2000 Hz).
De onderzoekers willen nu proberen of er van het geluid van de tijgers in het wild een akoestische vingerafdruk gemaakt kan worden, waarmee individuele tijgers gevolgd kunnen worden. Dit zou zinvol zijn voor het tellen van deze bedreigde dieren in het wild. Dierenoppassers uit dierentuinen kunnen hun tijgers aan het geluid dat ze maken herkenne
Uit het onderzoek blijkt dat het geluid dat tijgers produceren veel lage frequenties bevat. Lage frequenties dragen in de buitenlucht veel verder dan hoge frequenties, zelfs in de dichte bosgebieden waar de tijgers leven. Men claimt, maar dit is volgens Walsh niet bewezen, dat het geluid tot 8 kilometer ver hoorbaar kan zijn.
De meeste geluidsenergie wordt door tijgers gemaakt rond 300 Hz , met componenten daaronder tot zelfs onder 20 Hz. Dat de tijgers dit lage geluid ook zelf kunnen horen is door Walsh aangetoond. Hij bracht Siberische, Sumatraanse en Bengaalse tijgers onder narcose . Door het meten van de hersenactiviteit bleek dat tijgers het gevoeligst zijn voor geluid bij 500 Hz. (Bij mensen ligt de maximale gevoeligheid van het oor tussen 1000 en 2000 Hz).
De onderzoekers willen nu proberen of er van het geluid van de tijgers in het wild een akoestische vingerafdruk gemaakt kan worden, waarmee individuele tijgers gevolgd kunnen worden. Dit zou zinvol zijn voor het tellen van deze bedreigde dieren in het wild. Dierenoppassers uit dierentuinen kunnen hun tijgers aan het geluid dat ze maken herkenne
Het skelet van een kat heeft 230 botten (een mens heeft er zo'n 206).
Hij heeft een korte ronde schedel,die zit vast aan
de ruggengraat,die het lichaam ondersteunt. Wervels(botten van de ruggen-
graat)beschermen het ruggenmerg,de belangrijkste
zenuwbaan van het lichaam. De ribben zijn verbonden
met de ruggengraat en zijn samen de ribbenkast,Die hart en longen beschermt.
De tanden die ze hebben zijn geschikt om vlees te verscheuren
en te kauwen. Wilde katten moeten wel goed uitkijken dat
de tanden scherp blijven anders zullen ze verhongeren.
Wist je dat je aan het aantal staartbotten kunt weten wat voor soort het is
Want tijgers hebben er 23 tot 26 en cheetahs hebben er 28. Het skelet
is vergelijkbaar met dat van andere katten. Katten hebben een korte nek
met zeven platte wervels. Deze zorgen ervoor dat de kat gestroomlijnd is
en zijn evenwicht kan bewaren zodat hij grotere snelheden kan bereiken.
Bij een kat zijn de schouderbladen altijd anders. De cheetah heeft lange
schouderbladen met sprintspieren der aan zitten. Een luipaard korte schouderbladen
en dikkere spieren waarmee hij in bomen kan klimmen. Wist je dat
de botten van de krachtige achterpoten langer zijn dan de voorpoten.
Een kat komt bijna altijd op zijn poten terecht.
Als een kat valt draait hij zijn ruggengraat om en komt hij goed
op zijn poten terecht. Zo raken ze niet gewond als ze hun prooï
bespringen of uit een boom springen.
Hij heeft een korte ronde schedel,die zit vast aan
de ruggengraat,die het lichaam ondersteunt. Wervels(botten van de ruggen-
graat)beschermen het ruggenmerg,de belangrijkste
zenuwbaan van het lichaam. De ribben zijn verbonden
met de ruggengraat en zijn samen de ribbenkast,Die hart en longen beschermt.
De tanden die ze hebben zijn geschikt om vlees te verscheuren
en te kauwen. Wilde katten moeten wel goed uitkijken dat
de tanden scherp blijven anders zullen ze verhongeren.
Wist je dat je aan het aantal staartbotten kunt weten wat voor soort het is
Want tijgers hebben er 23 tot 26 en cheetahs hebben er 28. Het skelet
is vergelijkbaar met dat van andere katten. Katten hebben een korte nek
met zeven platte wervels. Deze zorgen ervoor dat de kat gestroomlijnd is
en zijn evenwicht kan bewaren zodat hij grotere snelheden kan bereiken.
Bij een kat zijn de schouderbladen altijd anders. De cheetah heeft lange
schouderbladen met sprintspieren der aan zitten. Een luipaard korte schouderbladen
en dikkere spieren waarmee hij in bomen kan klimmen. Wist je dat
de botten van de krachtige achterpoten langer zijn dan de voorpoten.
Een kat komt bijna altijd op zijn poten terecht.
Als een kat valt draait hij zijn ruggengraat om en komt hij goed
op zijn poten terecht. Zo raken ze niet gewond als ze hun prooï
bespringen of uit een boom springen.
Een tijger heeft afschrikwekkende tanden. Zijn lange, gekromde hoektanden
passen tussen de nekbotten van zijn prooi, Zodat hij de ruggenmerg
kan doorbijten. Katten hebben dus hele scherpe tanden. Met hun knipkiezen
knippen ze het vlees in stukken, zodat ze het gemakkelijker kunnen eten.
Deze kattenschedel is als alle andere kattenschedels een hoog
achterhoofd en met nog ruimte voor de nekspieren die der aan vast zitten.
Omdat hij zulke grote oogkassen heeft kan hij vooruit en zijwaarts kijken.
Zijn korte kaken wijd open waardoor hij hard kan bijten.
passen tussen de nekbotten van zijn prooi, Zodat hij de ruggenmerg
kan doorbijten. Katten hebben dus hele scherpe tanden. Met hun knipkiezen
knippen ze het vlees in stukken, zodat ze het gemakkelijker kunnen eten.
Deze kattenschedel is als alle andere kattenschedels een hoog
achterhoofd en met nog ruimte voor de nekspieren die der aan vast zitten.
Omdat hij zulke grote oogkassen heeft kan hij vooruit en zijwaarts kijken.
Zijn korte kaken wijd open waardoor hij hard kan bijten.
Katten hebben een vacht en die beschermd de huid van een kat,
en houd ze warm. De vlekken zorgen voor camouflage tijdens het jagen.
Een vacht van een kat heeft twee lagen:een laag bestaat uit
zachte wolharen en een laag uit stijve dekharen Samen beschermen
de haren ze tegen hitte of kou. Sommige dekharen zijn
gevoelig,en helpen de kat de weg te vinden zoals snorharen.
Katten hebben een losse huid waardoor de vijand moeilijk grip kan krijgen,
en er worden verwondingen voorkomen. Katten hebben de
kleur van hun omgeving zodat ze niet opvallen.Vroeger dacht men
dat koningscheetahs verschillend waren dan normale cheetahs. Hun vacht
is langer,de kleuren zijn donkerder en de vlekken op hun rug ook. Toch
behoren ze tot dezelfde soort. Alle cheetahs hebben opvallende
traanstrepen vanaf de ooghoeken tot de mondhoeken
De strepen van een tijger vallen niet zo op in het gras dus is het de
perfecte camouflage,dus is hij voor de prooi ontzichtbaar. Dit is
ook handig als hij in een gebied is waar veel bladeren zijn.
en houd ze warm. De vlekken zorgen voor camouflage tijdens het jagen.
Een vacht van een kat heeft twee lagen:een laag bestaat uit
zachte wolharen en een laag uit stijve dekharen Samen beschermen
de haren ze tegen hitte of kou. Sommige dekharen zijn
gevoelig,en helpen de kat de weg te vinden zoals snorharen.
Katten hebben een losse huid waardoor de vijand moeilijk grip kan krijgen,
en er worden verwondingen voorkomen. Katten hebben de
kleur van hun omgeving zodat ze niet opvallen.Vroeger dacht men
dat koningscheetahs verschillend waren dan normale cheetahs. Hun vacht
is langer,de kleuren zijn donkerder en de vlekken op hun rug ook. Toch
behoren ze tot dezelfde soort. Alle cheetahs hebben opvallende
traanstrepen vanaf de ooghoeken tot de mondhoeken
De strepen van een tijger vallen niet zo op in het gras dus is het de
perfecte camouflage,dus is hij voor de prooi ontzichtbaar. Dit is
ook handig als hij in een gebied is waar veel bladeren zijn.
De eerste geregistreerde witte tijgers: De eerste witte tijger worden gevangen was niet, zoals vaak wordt beweerd, de beroemde Mohan. Er waren verschillende vangt en een groot aantal waarnemingen (en schietpartijen) voorafgaand aan deze. Bijvoorbeeld, in een van de vroegste records een witte tijger werd afgebeeld op Exeter Verandering in 1820.
Opnames waren gemeenschappelijke tussen 1892 en 1922 in plaatsen als Orissa, Opper-Assam, Bilaspur, Cooch Behar en Poona. Tussen de jaren 1920 en 1930 vijftien witte tijgers werden gedood in de regio Bihar alleen. Sommige van deze trofeeën werden geplaatst op het display in de Calcutta Museum. (Overigens, dit is de negende oudste reguliere museum in de wereld).
In december 1915, nog een volle zesendertig jaar voorafgaand aan de verovering van Mohan, Maharadja Gulab Singh van Rewa gevangen een witte welp. Op het moment van de vangst was ongeveer twee jaar oud en woonde in gevangenschap op Maharadja's de zomer is het paleis voor nog eens vijf jaar. De tijger werd vervolgens gevuld en verstuurd als een geschenk aan koning George V als een teken van loyaliteit India naar de kroon. Tot op de dagw it tijgers zijn nog steeds bewaard bij Maharadja's de zomer is het paleis dat is gelegen op Govindgarh.
De meest beroemde witte tijger van alle - Mohan:In mei 1951, Maharadja Shri Martand Singh was de jacht in de jungle van Bandhavgarh (centraal India). Op de 25e een rapport kwam dat een tijgerin had waargenomen met vier welpen, waarvan er een was wit.
De volgende dag een zoekopdracht is uitgevoerd ontworpen om tijgerin vinden. Dit betrof het slaan van trommels en blikjes, schoten trompet ontploffing en schreeuwen.
Het is opgetekend dat de tijgerin langzaam naderde de huid waar de Maharadja zat met zijn gasten. Er was weinig zorgwekkende aspecten van haar en ze was waarschijnlijk niet bewust van de dreiging.
De tijgerin werd neergeschoten en dit werd gevolgd door twee van haar vier welpen. Meer door geluk dan de planning van het witte cub ontsnapt. Regels van de tijd die de opnames van een tijgerin met welpen en dit was heel gewoon. Terug op het basiskamp van de doodt zijn geregistreerd, een vrij routineus werk.
De volgende ochtend geen spoor van de witte cub gevonden kon worden, maar uiteindelijk pug merken waren waargenomen op een kill gemaakt door de moeder. Honger had gekocht van de cub terug en zij had verborgen in een rotsspleet.
De bovenstaande afbeelding is een vaak getoond, maar zeer fantasievolle voorstelling van cub eerste de vangst. Zoals zal blijken, de enige poging om de netto gebruik maken van een was een paar dagen later en dit is mislukt slecht.
Wat er eigenlijk gebeurde was minder indrukwekkend. Een plaatselijke timmerman maakte een drop-poort kooi, die werd geplaatst bij de uitgang naar de spleet. Het kennen van de cub moet krijgen dorst, water werd gebruikt om te verleiden het jong in de kooi. Enkele uren later het plan werkte en de jongere werd gevangen genomen. Hij werd teruggestuurd naar-kamer paleis van de Maharadja's 150 en geplaatst in een grote open binnenplaats. Op 30 mei, slechts drie dagen na de verovering, de witte welp ontsnapte en een lange jacht werd georganiseerd om te proberen terug te vorderen. Er waren verschillende gewelddadige confrontaties gedurende welke tijd een poging om cub netto resulteerde in een verscheuring.Wanneer de cub opnieuw probeerde aan te vallen werd hij doodgeknuppeld hard op het hoofd.De dreun sloeg hem bewusteloos en gaf de mannen de kans om hem te binden zijn benen en kooi.
De witte welp werd opnieuw naar een binnenplaats, waar hij hersteld was om te leven voor de rest van zijn leven.
Deze tijger was de beroemde Mohan.
Opnames waren gemeenschappelijke tussen 1892 en 1922 in plaatsen als Orissa, Opper-Assam, Bilaspur, Cooch Behar en Poona. Tussen de jaren 1920 en 1930 vijftien witte tijgers werden gedood in de regio Bihar alleen. Sommige van deze trofeeën werden geplaatst op het display in de Calcutta Museum. (Overigens, dit is de negende oudste reguliere museum in de wereld).
In december 1915, nog een volle zesendertig jaar voorafgaand aan de verovering van Mohan, Maharadja Gulab Singh van Rewa gevangen een witte welp. Op het moment van de vangst was ongeveer twee jaar oud en woonde in gevangenschap op Maharadja's de zomer is het paleis voor nog eens vijf jaar. De tijger werd vervolgens gevuld en verstuurd als een geschenk aan koning George V als een teken van loyaliteit India naar de kroon. Tot op de dagw it tijgers zijn nog steeds bewaard bij Maharadja's de zomer is het paleis dat is gelegen op Govindgarh.
De meest beroemde witte tijger van alle - Mohan:In mei 1951, Maharadja Shri Martand Singh was de jacht in de jungle van Bandhavgarh (centraal India). Op de 25e een rapport kwam dat een tijgerin had waargenomen met vier welpen, waarvan er een was wit.
De volgende dag een zoekopdracht is uitgevoerd ontworpen om tijgerin vinden. Dit betrof het slaan van trommels en blikjes, schoten trompet ontploffing en schreeuwen.
Het is opgetekend dat de tijgerin langzaam naderde de huid waar de Maharadja zat met zijn gasten. Er was weinig zorgwekkende aspecten van haar en ze was waarschijnlijk niet bewust van de dreiging.
De tijgerin werd neergeschoten en dit werd gevolgd door twee van haar vier welpen. Meer door geluk dan de planning van het witte cub ontsnapt. Regels van de tijd die de opnames van een tijgerin met welpen en dit was heel gewoon. Terug op het basiskamp van de doodt zijn geregistreerd, een vrij routineus werk.
De volgende ochtend geen spoor van de witte cub gevonden kon worden, maar uiteindelijk pug merken waren waargenomen op een kill gemaakt door de moeder. Honger had gekocht van de cub terug en zij had verborgen in een rotsspleet.
De bovenstaande afbeelding is een vaak getoond, maar zeer fantasievolle voorstelling van cub eerste de vangst. Zoals zal blijken, de enige poging om de netto gebruik maken van een was een paar dagen later en dit is mislukt slecht.
Wat er eigenlijk gebeurde was minder indrukwekkend. Een plaatselijke timmerman maakte een drop-poort kooi, die werd geplaatst bij de uitgang naar de spleet. Het kennen van de cub moet krijgen dorst, water werd gebruikt om te verleiden het jong in de kooi. Enkele uren later het plan werkte en de jongere werd gevangen genomen. Hij werd teruggestuurd naar-kamer paleis van de Maharadja's 150 en geplaatst in een grote open binnenplaats. Op 30 mei, slechts drie dagen na de verovering, de witte welp ontsnapte en een lange jacht werd georganiseerd om te proberen terug te vorderen. Er waren verschillende gewelddadige confrontaties gedurende welke tijd een poging om cub netto resulteerde in een verscheuring.Wanneer de cub opnieuw probeerde aan te vallen werd hij doodgeknuppeld hard op het hoofd.De dreun sloeg hem bewusteloos en gaf de mannen de kans om hem te binden zijn benen en kooi.
De witte welp werd opnieuw naar een binnenplaats, waar hij hersteld was om te leven voor de rest van zijn leven.
Deze tijger was de beroemde Mohan.
De leeuw

Het meest sociale lid van de kattenfamilie. Leeuwen leven in 'troepen' met verwante vrouwtjes, wat men ook bij huiskatten ziet. De leeuw komt alleen in Afrika voor, hoewel er ook een kleine populatie Aziatische leeuwen in het Gir Woud in Noordwest-India leeft. Door uitbreiding van de landbouw zijn diverse subsoorten uitgestorven, hoewel leeuwen die onlangs werden aangetroffen in de dierentuin van Addis Abeba in Ethiopië wellicht restanten zijn van de uigestorven Barbarij-leeuw van Noord-Afrika
DE Tijger

Wordt aangetroffen op geïsoleerde plekken van India tot Siberië. Zijn habitat reikt van het tropisch regenwoud tot rotsige bergstreken. Het territorium van het mannetje bestrijkt dat van vier of vijf vrouwtjes maar nooit dat van een ander mannetje. Bij voldoende prooidieren worden andere tijgers getolereerd, anders leven ze op zichzelf en is er alleen contact voor paring
Luipaard

De meeste luipaarden, aangetroffen van Afrika tot in het Verre Oosten, hebben zwarte vlekken op een lichtbruine vacht. De zwarte panter, waarvan men dacht dat hij uitgestorven was, is nu bekend als een zwarte variatie van de luipaard. Deze natuurlijke variatie in vachtkleur is doelbewust in huiskatten vermeerderd.
Jaguar

De enige grote kat in Noord- en Zuid-Amerika is in de Nieuwe Wereld de evenknie van de luipaard. Hoewel ingedeeld bij de grote katten bromt en gromt hij wel maar brult zelden. Jaguars zijn solitaire jagers met een voorkeur voor dichte wouden en moerassen waar gemakkelijk bij water is te komen. In de VS is hij uitgestorven, maar er bestaan nog ondersoorten van Mexico tot in het noorden van Argentinië.
Cheetah

De cheetah, wellicht de meest verre verwant van de nog voorkomende familieleden van de huiskat, is het snelste dier ter land. Hij deelt zijn jachtgebied met leeuwen en tijgers, maar jaagt het liefst 's morgens en voor in de middag, als andere roofdieren slapen. Om nog sneller te kunnen accelereren, zijn de klauwen, in tegenstelling tot die van andere katten niet intrekbaar.
Nevelluipaard

De nevelluipaard die voorkomt van Nepal tot Taiwan, jaagt in bomen op apen, eekhoorns en vogels. Evenals de kleine katten heeft hij een stijf tongbeen waardoor hij niet kan brullen , maar in een houding van rust lijkt hij op een grote kat.
de poema

De poema wordt ook wel bergleeuw genoemd. Ze komen in een veelheid van biotopen in Amerika voor: van het hooggebergte tot het tropische regenwoud en van naaldbossen tot woestijnen. Poema's leven over het algemeen solitair in hun eigen territorium.
Poema's zijn handige jagers. Ze zijn zo lenig dat ze sommige prooien zelfs tot in een boom achtervolgen en ze daar pas vangen. Maar ook op de grond kunnen ze er wat van. Eland, wasbeer of muis, de poema vindt het allemaal smakelijk. Wist je dat deze kat ook 'bergleeuw' wordt genoemd? Toch leeft hij niet alleen in berggebieden. In een tropisch regenwoud voelt hij zich net zo thuis. Niet veel andere zoogdieren komen op zoveel verschillende plaatsen op de wereld voor.
Poema's zijn handige jagers. Ze zijn zo lenig dat ze sommige prooien zelfs tot in een boom achtervolgen en ze daar pas vangen. Maar ook op de grond kunnen ze er wat van. Eland, wasbeer of muis, de poema vindt het allemaal smakelijk. Wist je dat deze kat ook 'bergleeuw' wordt genoemd? Toch leeft hij niet alleen in berggebieden. In een tropisch regenwoud voelt hij zich net zo thuis. Niet veel andere zoogdieren komen op zoveel verschillende plaatsen op de wereld voor.
Zwarte Panter

De panter is een buitengewoon machtige en oude totem. De naam panter is feitelijk van toepassing op een bepaald soort roofdier uit de familie der katachtigen, waarvan de Afrikaanse rassen luipaarden heten, maar wordt bijvoorbeeld in Florida ook wel gebruikt voor poema's. Hier bespreken we de panter als lid van de familie van luipaarden en jaguars en niet die van de poema.
Zoals de meeste grote katachtigen is de panter een symbool van kracht en moed. Evenals de tijger en de leeuw belichaamt hij agressiviteit en macht, maar zonder hun solaire symboliek. In het geval van de zwarte panter is zelfs sprake van een onmiskenbare lunaire symboliek.
Zoals de meeste grote katachtigen is de panter een symbool van kracht en moed. Evenals de tijger en de leeuw belichaamt hij agressiviteit en macht, maar zonder hun solaire symboliek. In het geval van de zwarte panter is zelfs sprake van een onmiskenbare lunaire symboliek.
Ocelot

De ocelot die algemeen voorkwam, had het ongeluk een prachtige oranjegele vacht te bezitten met zwarte strepen en vlekken; door de jacht is hij in delen van Noord-Amerika uitgestorven. Het is een geweldige klimmer die jaagt in bomen en overdag slaapt.
De ocelot is in staat een vogel tijdens zijn vlucht te vangen door te springen. De prooidieren van de ocelot verschillen per seizoen en vooral kleine knaagdieren zoals ratten, eekhoorns en agoeti's, konijnen, kleine herten, apen, kleine vogels en hagedissen staan op het menu. Ook is bekend dat dit roofdier insecten, slangen, kleine schildpadden, kikkers, landkrabben en vissen eet.
De ocelot is in staat een vogel tijdens zijn vlucht te vangen door te springen. De prooidieren van de ocelot verschillen per seizoen en vooral kleine knaagdieren zoals ratten, eekhoorns en agoeti's, konijnen, kleine herten, apen, kleine vogels en hagedissen staan op het menu. Ook is bekend dat dit roofdier insecten, slangen, kleine schildpadden, kikkers, landkrabben en vissen eet.
Bobkat

De bobkat of rode lynx is een ondersoort van de lynxfamilie en bewoont grote gebieden van Noord-Amerika vanaf Nova Scotia tot in Mexico. Zijn zwartgevlekte bruine vacht werkt als camouflage in zijn rotsachtige, dichtbegroeide jachtterreinen. De bobkat is iets groter dan de lynx en heeft een langere staart, hij bezit grotere oren met minder pluim dan zijn verwanten
Jaguarundi

Soms wordt hij otterkat of wezelkat genoemd. Deze kattensoort leeft in het dichte struikgewas van Arizona tot in Argentinië. Zijn vacht is nooit populair geworden waardoor hij aan de jacht kon ontsnappen. Jaguarundi's zijn vooral 's morgens actief en eten knaagdieren en konijnen maar ook kikkers en vogels. Naar verhalen van indianen uit Zuid- Amerika werden jaguarundi's tam gemaakt ten behoeve van de knaagdierbestrijding.